Boedapest
Als iemand iets kent over Hongarije, dan heeft hij waarschijnlijk al wel iets gehoord over de hoofdstad, Boedapest. We waren er twee jaar geleden al eens geweest, en de afgelopen maanden regelmatig een winkel of overheidsgebouw bezocht, maar het was toch wel hoog tijd om nog eens een toeristisch bezoekje aan onze hoofdstad te brengen.
Eerst even wat geschiedenis. Boedapest is ontstaan in 1873 uit de fusie van twee gemeenten, Buda en Pest. Buda ligt op de rechteroever (de Westelijke kant) van de Donau , en Pest ertegenover. Tegenwoordig telt de stad ongeveer 1,7 miljoen inwoners, en daarmee de 7de grootste stad in Europa. Het is ondanks zijn aantal inwoners een zeer groene stad, en bevat in totaal zo’n 83 vierkante kilometer parken en bossen.

We begonnen onze wandeling in Buda. Eerst beklommen we de Gellértberg. Deze heuvel (235 meter hoog) is genaamd naar de heilige Italiaanse Benediktijn Gellért die de geestelijke adviseur was van de eerste christelijke Hongaarse koning, en de beschermheilige van Hongarije. Het is een mooie, maar stevig klim vanaf de waterval aan de Erzébet-brug naar de citadel op de top. Helaas is de citadel momenteel afgesloten wegens renovatie, maar het uitzicht erboven is niet minder spectaculair.

Op de weg naar beneden passeerden we onder andere de Grotkerk, en een uitzicht over de Vrijheidsbrug.

Daarna namen we de tram naar de volgende heuvel, de burchtheuvel. Waarop, inderdaad, de burcht van Boedapest staat. Maar voordat we in de burcht zelf aankwamen, moesten we ook even halt houden in de prachtige Várkert Bazár. Vandaar is er een gemakkelijke roltrap naar de burcht zelf.

Na een kleine rondwandeling door de straten rond de burcht en een hapje eten zijn we dan bij het Vissersbastion en de Matthiaskerk aangekomen. Eén van de toeristische hoogtepunten van Boedapest. En hoewel het er vandaag behoorlijk druk was (nota aan zelf: 1 november is in veel landen een vrije dag, en veel mensen kiezen die dag voor een stadsbezoekje) is het méér dan de moeite waard. Wij zien vissers meestal als relatief eenvoudige en zelfs arme mensen, maar wat hun gilde hier gerealiseerd heeft is ongelooflijk.

Daarna was het tijd om af te dalen naar de Donau, en via de Kettingbrug, de oudste vaste verbinding tussen de twee oevers, over te steken naar Pest. Daar bezochten we eerst het Schoenenmomument aan de oever van de Donau, een monument voor de tienduizenden Hongaarse Joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord.


Een beetje verder ligt het Parlement. In België wordt soms wel gesproken over ‘het paleis van de Natie’ – maar hier in Boedapest hebben ze dat woord ‘paleis’ erg letterlijk genomen. Met zijn oppervlakte van 17745 vierkante meter is het één van de grootste parlementsgebouwen in de wereld, en één van de prachtigste bovendien.
Daarna zijn we verder getrokken naar de Sint-Stefanusbasiliek, waar ons een aangename verrassing wachtte – omdat het één november was, was de basiliek gratis te bezoeken. Deze basiliek, waar de rechterhand van de heilige koning Stefanus bewaard wordt, is gewoonweg indrukwekkend. Hier moeten kilo’s goud gebruikt zijn om alles te vergulden!





Omdat daarna onze maag toch een beetje begon te protesteren, hebben we ook één van de karakteristieke hapjes van Hongarije geproeft, de kurtos kalacs (schoorsteen-gebak).
Vervolgens trokken we verder naar de Joodse wijk – wat tegenwoordig ook de uitgaansbuurt van Boedapest is. Je vindt er het ene restaurant naast de andere bar, met nog een paar dansgelegenheden ertussen. Daar hebben we dus de rest van de avond doorgebracht.





