Onze kat, Winston
Winston kwam 5 jaar geleden in ons leven. Heel toevallig – een wandelaar in een bos hoorde gemiauw in het struikgewas. En inderdaad: een katertje was er gedumpt. 4 weken oud, nog te jong om zelfstandig te eten of drinken. Maar wel vol levenslust.
Met een papfles gaven we hem melk, en hij groeide op. Groot is hij nooit geworden – er is veel kans dat hij tijdens die eerste weken van zijn leven al te weinig eten en verzorging kreeg. Waar hij vandaan kwam hebben we nooit geweten, maar we veronderstellen dat een kweker in de buurt alleen geïnteresseerd was in perfecte raskatten, en de ‘afdankertjes’ gedumpt heeft.

Toen hij groot genoeg was om voor het eerst naar buiten te gaan, was dat een openbaring voor hem. De buitenwereld was zoveel leuker dan binnen. In bomen klimmen, achter vliegen of vlinders jagen, de hond van de buren lastig vallen…
Zo dikwijls heeft hij ons ongerust gemaakt door enkele dagen weg te blijven. Zou er hem iets overkomen zijn? Waar zou hij kunnen zitten? Maar elke keer klonk er na een tijdje toch weer zijn bekende gemiauw.

Maar de leukste ‘boom’ was ik zelf. Op mijn schouder voelde hij zich veilig en thuis.
En ‘ochtends kwam hij ons wakker maken. Met héél véél likjes. Onze oren, gezicht, alles waar hij bij kon werd grondig afgelikt met zijn rasptong. Niet altijd zo leuk – hij heeft nooit geleerd om zijn klauwen in te trekken. Dus heel regelmatig zaten onze handen onder te bloedende schrammen door zijn liefkozingen…
En toen gingen we verhuizen naar Hongarije. Uiteraard stond het als een paal boven water dat Winston met ons mee zou gaan. De vraag was alleen hoe … wie hem in een kooi probeerde te steken, begreep direct de uitdrukking ‘geen kat om zonder handschoenen aan te pakken’ – hij weerde zich als een duivel in een wijwatervat.
De oplossing bestond uit twee delen:
- Een halsbandje dat rustgevende hormonen verspreidt
- Een hondenkooi die zo ruim was dat hij plaats genoeg had voor eten, drinken en kattenbak.
Daarmee verliep de reis voorspoedig, al liet Winston de eerste 3 uur duidelijk merken dat hij niet tevreden was met de gang van zaken.
In het nieuwe huis aangekomen leek alles beter te gaan dan we verwacht hadden. Hij vond al heel snel een schuilplaats, en leek best op zijn gemak.


De eerste weken mocht hij niet buiten. Vooral ’s nachts protesteerde hij wel daartegen, met veel gemiauw. Maar al bij al leek hij de situatie best te accepteren. Na die eerste weken lieten we hem aan een leiband de tuin verkennen.

Dat was duidelijk een gemengde ervaring. Een leiband aandoen vond hij maar niks, en soms onder groot protest. Vervolgens had hij weinig zin om naar buiten te gaan. Maar eenmaal buiten vond hij de planten en bomen toch wel interessant, en wilde hij niet meer naar binnen.

Toen de vloer van de badkamer gelegd werd, ging hij ’s nachts op verkenning. Vereeuwigd onder de tegels heeft hij zijn pootafdruk achtergelaten.
Na een paar dagen met de leiband op stap in de tuin, probeerden we het zonder leiband. En ook dat ging vlot. Hij mocht nog niet ’s nachts buiten, maar overdag liep hij rond in het omheinde deel van onze tuin, en kwam hij vanzelf na korte tijd terug naar binnen.
Helaas, het heeft niet mogen duren.
Op een dag waren de verbouwingswerken erg lawaaierig. En die dag is de achterdeur een paar uur open gebleven. Hem kennende vonden we het helemaal niet vreemd dat hij liever buiten een rustiger plekje wilde zoeken. We waren er gerust in dat hij, zodra het rustiger geworden was, wel terug zou opduiken.
Deze keer dus niet… Wat is er gebeurd? Is hij op zoek gegaan naar zijn vroegere, rustiger huis? Is hij ergens gewond geraakt, en zich verstopt onder een struik (stom, maar dat is wat gewonde katten gewoonlijk doen. Geen hulp zoeken bij het baasje, maar je verstoppen en hopen dat het op tijd geneest)? Hebben de honden van de buren hem opgejaagd? Heeft hij ergens een beter plekje gevonden waar hij eten en drinken vond? Waarschijnlijk zullen we het nooit weten.
Er zijn talloze verhalen van katten die dagen, weken, maanden of zelfs jaren weg bleven, en uiteindelijk toch terug opdoken. Alles is mogelijk. Maar eerlijk – het meest waarschijnlijke is toch dat hij dood is.

Winston, het spijt me dat we er niet waren op het moment dat je ons het meest nodig had. We missen je. Maar ooit, hier op aarde of aan de andere kant van de regenboog, vinden we je terug.