Fietstocht rond het oostelijk Balaton
Het Balaton is groot, 80 km lang. Eén rondje errond is zo’n 200 kilometer. En er ligt een fietspad zodat de sportievelingen heel dat eind op hun stalen ros kunnen afleggen. En wij wilden dat zelf eens uitproberen. Uiteraard niet in één dag, maar een trektocht van airbnb naar airbnb.
Zelfs met een opsplitsing in enkele dagen zagen we de volledige ronde niet zitten. Gelukkig zijn er een aantal plaatsen waar veerponten je naar de andere oever brengen, zodat kortere rondjes mogelijk zijn. Wel goed uitkijken – een eerste geplande rondje bleek bij nader inzien niet mogelijk. Het zou ons op vrijdag het meer laten oversteken, op een veerpont die buiten de zomervakantie alleen in het weekend vaart… Dus terug naar de tekentafel/laptop.
De oversteek bij Tihany vaart wel nog elke dag, zelfs elk half uur. Maar dat leverde dan weer een ander ‘probleem’ op – vanuit Berhida naar Tihany en terug langs de andere oever leek ons toch iets te weinig om 3 dagen mee te vullen. Maar een kleine uitbreiding door het Bakony-natuurgebied leverde een mooie fietstocht van de juiste lengte op.
Dag 1 – Berhida naar Eplény

Rond 10 uur vertrokken we richting Várpalota. Het Bakony natuurgebied ligt een paar honderd meter hoger dan Berhida, dus dat betekende al onmiddellijk een stevige klim. Al na een paar kilometer bleek dat we toch geen 25 meer waren. Maar met wat rustpauze en koppigheid kwamen we toch boven. Het natuurgebied zelf is een plateau, dus de rest van de dag ging het nog wel op en neer, maar veel kleinere hoogteverschillen. Mooie slingerende rustige wegen door het groen, langs het ‘romeinse bad’.
De tocht ging verder naar Zirc, de ‘hoofdstad van Bakony’, met een mooie abdij. Ons tijdschema liet echter geen bezoek toe (alleen met -hongaarse- gids op vastgestelde tijden), en de rest van Zirc leek ons vrij banaal. Dus terug op onze fietsen voor het laatste stukje. De weg van Zirc naar Eplény bleek een drukke hoofdbaan zonder fietspad, en dus niet het aangenaamste stuk om te fietsen. Bij aankomst in Eplény zagen we een wegwijzer voor een fietspad naar het laatste dorpje voor Zirc, dus als iemand deze tocht nog eens wilt maken raden we aan om Zirc links te laten liggen en dat fietspad uit te zoeken.
Maar goed, ‘moe maar voldaan’ zoals dat heet kwamen we aan in ons appartementje, op wandelafstand van het moutainbike/skigebied van Eplény.
Dag 2 – langs de noordkant van het Balaton

Het eerste stuk ging véél vlotter dan het eerste stuk gisteren – we verlieten het plateau, en hoefden niet te trappen tijdens een kilometerslange afdaling langs een behoorlijk fietspad. Nadien slingerden de rustige wegen zich rond de ruïne-burcht van Hajmáskér en door landbouwgebied. Zo kwamen we weer langzaamaan in de buurt van het Balaton-meer. Een laatste hindernis kostte ons nog wat tijd – er zou een pad van een paar honderd meter lang moeten zijn tussen 2 wegen, maar dat pad bleek overgroeid met stekelige bramen. Zelfs te voet bleek het niet doenbaar om erdoor te gaan. We vonden gelukkig een ander pad dat er iets beter bij lag, en konden dan onze weg verder zetten.
Niet veel verder kwamen we dan – eindelijk – op het Balaton-fietspad. We fietsten door Balatonfüzfő, Balatonalmadi (levendig centrum), en Balatonfüred (het ene eetkraampje naast het andere strandwinkeltje langs de oever). Tip: de meeste betalende strandjes langs het Balaton zijn buiten de zomervakantie gratis te bezoeken. En na Balatonfüred draaiden we af naar het schiereiland van Tihany. Daar zouden we via Tihany-dorp en abdij op de heuvelrug kunnen rijden, maar wij kozen deze keer voor het andere pad, langs de kust. We werden beloond met uitzichten over het meer, een haventje en enkele stranden. Alleen, stel je niet te veel voor van die ‘stranden’ op Tihany: het gaat over een betonnen strook van 3 meter breed tussen rijweg en meer waarop je je handdoek kunt leggen. Er zijn ook een paar trapjes om gemakkelijk in en uit het water te komen, en je kunt er heerlijk zwemmen, maar bij het woord ‘strand’ denken wij toch spontaan aan iets anders.
Aan de zuidtip van het schiereiland kwamen we dan aan de aanlegsteiger van de veerboot. Even een ticket kopen (2,5 euro + 1 euro voor de fiets), en een paar minuten later konden we samen met verschillende andere fietsers, wandelaars en auto’s op de boot. Een tochtje van 20 minuten bracht ons naar Szántód op de zuidoever van het Balaton. En een paar kilometer verder, in Zamárdi, wachtte onze volgende kamer.
Dag 3 – langs de zuidoever naar huis

Zamárdi is een aangename badplaats, met kilometerslang gratis strand (gras) en restaurantjes. We hadden de indruk dat er redelijk wat huizen te koop stonden, dus het lijkt er economisch niet zo goed te gaan, maar het plaatsje heeft zeker wat te bieden. Een aantal kilometer verder ligt Siófok, de grootste stad aan het Balaton en één van de duurste steden van het land. Het centrum van Siófok is heel mooi aangelegd, met als hoogtepunt het plein rond de watertoren. Uiteraard ook verschillende stranden, waaronder het ‘Zilverstrand’, en een eind verder het ‘Goudstrand’. Vraag met niet waar die namen vandaan komen, ze waren allebei grasgroen.
We fietsten verder richting Balatonvilágos. Misschien wel het mooiste stukje kust. Er zijn hier nauwelijks plaatsen waar je als voorbijganger tot bij het meer kunt komen, maar het fietspad loopt hier over de kliffen, 10-20 meter hoger dan het meer, en daardoor van het ene utzichtpunt naar het volgende. Vanaf hier konden we zowat onze hele fietstocht bekijken – de heuvels van Bakony, en alle kusten ten oosten van Tihany.
Tussen Balatonvilágos en Balatonkarattya vonden we nog een aangenaam strandje. Daarvoor moesten we wel onze fietsen boven achterlaten, en via trappen afdalen tot bij een lager gelegen weg, en daar nog een eind wandelen.
Balatonkarattya was het laatste dorpje op onze tocht dat aan het meer lag. We draaiden weg van het Balaton-fietspad richting Csajág. Een pad door de bossen bracht ons naar een weg, en van hieruit moesten we alleen nog een paar kilometer deze weg volgen, en dan zagen we de kerktoren van Berhida al in de verte.



















Eén reactie